… Ik hoor het een partner van iemand met dementie vaak zeggen. Bemoedigend, aanmoedigend: “Toe maar, vertel maar hoe jouw dochter heet”… “Welk werk heb je vroeger gedaan?” … “Wie was er gisteren bij je op bezoek?”

Meepraten.

Neem nu Klaas. Hij heeft dementie en merkt heel goed dat hij niet meer de man is die hij vroeger was. Er is minder overzicht, er komt minder uit zijn handen. En hij praat minder, omdat hij moeilijker uit zijn woorden komt. Dat is heel lastig, want hij wíl wel meepraten, maar het gaat zo moeilijk tegenwoordig.

Stimuleren.

Nu heeft Klaas een hele lieve en zorgzame echtgenote, Wilma. Ze begeleidt hem waar ze maar kan. Af en toe kan ze in zijn nabijheid een stap terug doen, en laat ze hem op zijn manier thuis karweitjes doen. Dat is fijn voor Klaas, want zo maakt hij zich nuttig. Een compliment over zijn goede werk maakt hem tevreden.

Wat Wilma ook doet, is Klaas zoveel mogelijk stimuleren in een gesprek. Want het is toch fijn dat hij mee kan praten en ook iets te vertellen heeft. Goed bedoelt neemt ze Klaas op sleeptouw in dat gesprek met anderen. Hij mag woorden aanvullen, vragen beantwoorden en graven in zijn brein naar goede antwoorden: “Weet je nog wat we gisteren gedaan hebben? Jawel, denk maar even na, het begint met de letter F”

Letter F.

Ik hoor deze conversatie aan en denk: “Letter F?” Wat probeert Wilma nu te bereiken? Ik weet natuurlijk wel wat ze probeert te bereiken. Deze stimulans moet zorgen dat Klaas op woorden komt, zijn geheugen weer afstoft en zegt: “Ja! Natuurlijk weet ik het, we gingen gisteren fietsen”! En dat ze samen weer hierover verder kunnen praten.

Vasthouden.

Maar Klaas kán hier niet meer over praten, zoals hij vroeger deed. Door de dementie heeft hij woordvindingsproblemen en geheugenproblemen. Wilma wil dit vasthouden, de dementie op afstand houden en Klaas behoeden voor verdere achteruitgang. Wat er gebeurt is helaas niet gunstig: Klaas wordt nu juist stiller en wimpelt vragen en gesprekken af. Hij wordt onzeker en wil niet falen. De keuze om niet te praten is gauw gemaakt.

Anders.

Ik ben met Wilma in gesprek gegaan. Ik heb benoemd wat ik zag. Ik heb complimenten gegeven. Want mantelzorgen…ga er maar aan staan. In alle openheid hebben we bekeken hoe zij op een andere manier met Klaas om kan gaan. Waardoor hij zich niet klein voelt, maar juist zich weer veilig voelt. Dát is namelijk de essentie bij omgaan met dementie.

Hoe?

Beweeg mee en biedt veiligheid. Kijk naar wat nu kan, en blik terug op de mooie dingen die waren… Niet corrigeren maar meebewegen. Er zijn vele mensen zoals Wilma en Klaas. Allemaal op zoek naar een goede omgangsvorm bij dementie. Het is een zoektocht en vraagt om veel aanpassingsvermogen en geduld. En Wilma? Zij stond open voor een andere benadering en was blij met mijn support.

Herkent u zich in deze blog? Heeft u ook een steuntje nodig bij de communicatie? Ik geef coaching en voorlichting aan families/naasten rond iemand met dementie. Ook geef ik trainingen en voorlichtingen aan belanghebbende organisaties en verenigingen. Samen maken we dementie begrijpelijk. Neemt u contact met mij op voor meer informatie?